Als de ‘ijsheiligen’ voorbij zijn (11 tot 15 mei), mogen alle zomergroenten buiten gezaaid en uitgeplant worden. Er is eigenlijk weinig wat niet kan gezaaid of geplant kan worden in mei. Laat je echter niet verleiden om teveel te poten of te zaaien. Zo voorkom je dat alle groenten op hetzelfde moment geoogst kunnen worden. Hou nog wat achter de hand voor juni, juli en ook augustus zodat je ook later in het seizoen nog kunt oogsten.
Zaaien in volle grond:
Sla, witlof, maïs, snijbiet, broccoli, rode biet, broccoli, koolrabi.
Voorzaaien:
Winterbroccoli, winterwortelen, bladkool, maïs.
Uitplanten:
Tomaten, sperciebonen, courgettes, pompoenen, komkommers, meloenen, paprika’s, aubergines zijn groot-liefhebbers van warmte en hebben tot nu toe binnen in een kweekbakje gestaan. Ze hebben niet enkel vorstvrij weer nodig, maar moeten daadwerkelijk warmte hebben. Blijft het koel dan zullen ze nauwelijks groeien, ook al daalt de temperatuur niet onder het vriespunt. Met deze planten is het daarom beter te wachten totdat ook de nachten redelijk warm blijven, meestal tot eind mei.
Oogsten:
Asperges, radijsjes, snijbiet, raapsteeltjes, snijsla. Sommige voorjaarsgroenten die al een tijdje geleden gezaaid en geplant zijn, kunnen eind deze maand geoogst worden. Wat in de koude bak of onder plastic tunneltjes geteeld werd, is nu soms al oogstbaar. Vroeg gezaaide spinazie en slasoorten zijn er en ook de eerste peultjes komen eraan. Pluk regelmatig de bladeren van de spinazie en laat per plant enkele jonge blaadjes staan.
Kijk uit voor de koolvlieg!
Nu het warmer wordt, moet je rekening houden met de koolvlieg die wakker wordt. Plant je broccoli, bloemkool, rode kool, witte kool, savooikool, spruitkool neem dan voorzorgsmaatregelen. De koolvlieg dringt in de wortels, met rotting tot gevolg. Wat te doen?
1. Afdekken met vliesdoek of insectengaas. De koolvlieg kan dan niet bij de planten en dus ook geen eitjes op de grond afzetten.
2. Koolkragen: snij uit oud tapijt, asfaltpapier of binnenbanden vierkante stukken van 15 op 15 cm. Maak één insnijding tot het midden. Let erop dat de stengel goed afgesloten is en dat de grond mooi vlak ligt.
3. Geurverwarring kan ook helpen. Hiervoor plant je sterk geurende planten tussen de kolen.
