Voor vele is appeltaart, appeltaart. Vaak met rozijnen en/of krenten en soms wat (amandelspijs). Met dit verhaaltje hoef je bij Janneke Philippi niet aan te komen. Zij is dol op appels en de mogelijkheden. Zo dol dat ze er een heel (lekker) bakboek over gemaakt heeft; ‘Appeltaart bij Janneke thuis’.
Dit heb je in huis:
- 100 gram ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
- 125 gram suiker
- 200 gram bloem, gezeefd
- 3 eieren
- 125 ml crème fraîche
- 75 ml melk
- 1 zakje vanillesuiker
- 300 gram handappels
Benodigdheden:
- keukenmachine of mixer met deeghaken
- vershoudfolie
- ingevette springvorm van 24 cm doorsnede
- bakpapier
- blindbakvulling
Zo maak je het klaar:
- Kneed in de keukenmachine of met de mixer met deeghaken de boter met 75 gram suiker, de bloem, 1 ei en een beetje zout tot een soepel deeg. Laat de deegbal in vershoudfolie verpakt minimaal 30 minuten rusten in de koelkast.
- Verwarm de oven voor tot 180 °c. Rol het deeg tussen 2 vellen vershoudfolie uit tot een ronde lap van 28 cm doorsnede. Bekleed de vorm met het deeg. Leg een royaal vel bakpapier op het deeg en strooi daarop de blindbakvulling.
- Bak de deegbodem 15-18 minuten voor in de voorverwarmde oven, tot de rand lichtgekleurd is. Verwijder het bakpapier met de blindbakvulling en bak de taartbodem in nog 10-12 minuten lichtbruin en droog.
- Klop intussen met een garde de crème fraîche met de melk, de vanillesuiker, 50 gram suiker en 2 eieren tot een glad mengsel. Schil de appels, snijd ze in vieren en verwijder het klokhuis. Halveer elk stuk appel. Schenk het crème fraîche-mengsel op de deegbodem en druk de appelpartjes in de room.
- Bak de appeltaart ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven, tot de roomvulling stevig aanvoelt en lichtgekleurd is. Laat de taart in de vorm afkoelen.
Italiaanse appeltaart? Dan neem je mascarpone i.p.v. crème fraîche voor een extra volle en romige smaak.