Worteltjes kun je op veel manieren gebruiken en eten. Rauw, gekookt, gegrild en zo verder… En je kan er een (H)eerlijke taart van maken. Het is even wat werk maar het resultaat is dat meer dan waard. Natuurlijk zijn worteltjes nog eens supergezond. Dit recept komt uit de kersverse Taartbijbel van Hans Spitsbaard, je weet wel de winnaar van het vijfde seizoen van Heel Holland Bakt.
Dit haal je in huis voor een taart voor 8-12 personen:
Voor het beslag:
- 130 gram pecannoten
- 170 gram rozijnen
- 420 gram wortelen
- 250 gram ei (ongeveer 5 eieren)
- 260 gram lichte basterdsuiker
- 260 gram zonnebloemolie
- 10 gram bakpoeder
- 335 gram bloem
- 1 sinaasappel, rasp
- 25 gram sinaasappelsap
- 12 gram speculaaskruiden
Voor de roomkaas-frosting:
- 200 gram boter, op kamertemperatuur
- 200 gram poedersuiker
- 400 gram stevige roomkaas (MonChou bijvoorbeeld)
Voor de afwerking:
- half recept nougatine met pecannoten
- 200 gram oranje marsepein
- 50 gram groene marsepein
- 3 gram kaneel
Zo maak je de taart:
- Verwarm de oven voor tot 180 graden en rooster de pecannoten voor het beslag in ongeveer 15 minuten goudbruin. Laat de noten iets afkoelen en hak ze daarna grof. Verlaag de temperatuur naar 165 graden.
- Wel de rozijnen ongeveer 15 minuten in warm water. Giet de rozijnen af en dep ze een beetje droog met keukenpapier. Zet de gewelde rozijnen opzij. Vet de bakvormen van 20 centimeter doorsnede in met boter en bestuif ze met een beetje bloem. Bedekt de bodem met bakpapier.
- Rasp de wortelen en roer de eieren los. Voeg lichte basterdsuiker en de zonnebloemolie toe en roer goed door. Zeef het bakpoeder en de bloem en voeg dit met de sinaasappelrasp, het sinaasappelsap en de speculaaskruiden toe. Spatel er tot slot de gewelde rozijnen en de gehakte pecannoten door.
- Verdeel het beslag over de twee bakvormen. Bak de cakes in ongeveer 40 minuten af. Haal de cakes na het bakken meteen uit hun vorm en laat ze volledig afkoelen. Maak ondertussen de nougatine en meng het kaneelpoeder erdoorheen.
- Klop voor de roomkaas-frosting de boter met de poedersuiker in ongeveer 10 minuten luchtig. Voeg de roomkaas toe en klop nog eens 5 minuten door.
- Plaats de eerste cakelaag omgekeerd op een taartkarton. Verdeel hier een laag roomkaas-frosting van ongeveer 1 centimeter dik over. Plaats de tweede cakelaag erop en smeer de de taart strak af met de frosting. Houd voldoende frosting over voor de afwerking. Bestrooi de zijkant en de bovenkant met nougatine. Spuit met een spuitzak een decoratieve rand frosting op de taart.
- Vorm zes kleine balletjes van oranje marsepein. Rol de balletjes tot kegels. Gebruik een klein mesje om de kegeltjes van een kleine inkeping te voorzien en ze op worteltjes te doen lijken. Druk de groene marsepein door een zeef, zodat zich kleine sliertje vormen. Maak kleine bosjes van de sliertjes en gebruik dit als loof voor de marsepeinen worteltjes. Schik ze daarna op de taart.