Je kent dat wel: vaak blijven er net te weinig restjes groente over om nog een maaltijd van te maken. Spaar ze dan een paar dagen op en maak er dan een mooi gevarieerd assortiment groentebeignets. In tijden van schaarste maar zeker ook tegenwoordig tegen voedselverspilling een duurzame, gezonde en lekkere optie. In de Tweede Wereldoorlog werd dit vaak gedaan. Na de Oorlog werd dit snel als een teken van armoede gezien en niet zo vaak meer toegepast. Dit recept komt uit het info/kookboek ‘Koken in oorlogstijd’ van Manon Henzen.
Dit gebruik je er voor:
- restjes groente (bijv. bloemkool, knolselderij, wortel)
- 50 gram bloem
- snufje zout
- snufje nootmuskaat
- 1 ei
- 50 ml melk
- olie om in te bakken
Zo maak je ze klaar:
- Kook de rauwe groente beetgaar in een pannetje. Laat uitlekken.
- Snijd de groenten in kleine stukjes. Doe de bloem, zout en nootmuskaat in een kom en maak een kuiltje in het midden.
- Scheid het ei en laat de dooier in het kuiltje glijden. Voeg de melk toe en klop tot een glad beslag. Klop het eiwit stijf en spatel dat luchtig door het beslag.
- Verwarm ongeveer 2 cm olie in een pan. Haal de groentestukjes een voor een door het beslag en leg ze voorzichtig in de hete olie.
- Bak de beignets rondom lichtbruin en gaar ze door af en toe te keren. Eet ze warm.
