Choco-koekjes

Koken en bakken is zo leuk om te doen, zeker met (leergierige) kinderen. Deze choco-koekjes zijn makkelijk door en met kinderen te maken. Op een druilerige middag of een vakantie.

Dit heb je er voor nodig:

  • 190 gram boter, op kamertemperatuur
  • 160 gram lichtbruine basterdsuiker
  • 1⁄2 ei, losgeklopt, op kamertemperatuur
  • 1 theelepel vanille-extract
  • 1⁄4 theelepel zout
  • 250 gram bloem
  • 2 theelepels bakpoeder
  • 100 gram pure chocolade, grof gehakt
  • 100 gram witte chocolade, grof gehakt

Zo maak je ze klaar:

  1. Doe alle ingrediënten voor het deeg – behalve de twee soorten chocolade – in een kom en meng deze door elkaar. Kneed het door tot je een bal van het deeg kunt maken. Kneed er tot slot de gehakte chocolade door.
  2. Verdeel het deeg in twee stukken. Maak van elk deegstuk een rol met een doorsnede van 31⁄2 centimeter. Verpak beide rollen in plasticfolie en laat ze minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
  3. Verwarm de oven voor op 170 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
  4. Snijd de deegrollen in plakjes van 1 centimeter dik en leg die met een paar centimeter tussenruimte op de bakplaat.
  5. Bak de choco-koekjes 17-22 minuten, tot ze goudbruin zijn en laat ze afkoelen op een rooster.

Deze koekjes zitten al lekker vol met chocolade, wil je nog meer? Vervang dan 25 gram bloem door 25 gram cacaopoeder.

Dit recept komt uit ‘Het verrukkelijke Kinderkookboek’ van Rutger van den Broek en Mark Haayema

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *