Bloemkool bestaat niet alleen uit de roosjes. Bloemkool heeft ook een stronk. In de stronk (en de bladeren) zit heel veel smaak. Martin Kintrup heeft er een lekker recept van gemaakt en staat in ‘Duurzaam lekker eten’.
Dit heb je nodig voor 2 personen:
- stronk van 1 bloemkool
- 2 eetlepels citroensap
- 2 eetlepels olie
- 1 theelepel honing
- teentje knoflook
- zout en peper
- 2 eetlepels pompoenpitten
- 2 eetlepels pompoenpitolie
- ter garnering: blaadjes en bloemen van Oos-Indische kers
Zo maak je het klaar:
- Stoom de stronk van de bloemkool in een stoommandje boven een pan kokend water in 6-8 minuten beetgaar. Schep hem in een vergiet, spoel hem koud af en laat uitlekken.
- Meng voor de dressing de citroensap, olie en honing. Pers er de teen knoflook boven uit en breng op smaak met zout en peper.
- Snijd de bloemkoolstronk in zeer dunnen plakjes en verdeel die over 2 borden. Besprenkel met de dressing.
- Rooster de pompoenpitten in een droge koekenpan tot ze ‘poppen’ Neem uit de pan.
- Verhit wat olie in de pan en bak hierin 4 dunnen sneetjes stokbrood goudbruin. Besprenkel de bloemkoolcarpaccio met de pompoenpitolie.
- Garneer het met de blaadjes en bloemen van de Oost-Indische kers en leg de sneetjes brood erbij. Bestrooi met de geroosterde pompoenpitten en genieten maar.