Is het een cake? Is het een taart? Het is een combinatie van allebei en dan met appel…smullen maar. Dit recept komt uit de ‘Taartbijbel’ van Heel Holland Bakt winnaar Hans Spitsbaard.
Voor 8 personen:
Voor het deeg:
- 125 gram koude boter
- 100 gram witte basterdsuiker
- ¼ ei, losgeklopt
- 175 gram bloem
- 1 gram zout
- 1 gram baking soda
- 3 gram bakpoeder
- ¼ citroen, rasp
Voor de vulling:
- 40 gram rozijnen
- 1 ½ appel
- 1 tl kaneel
Voor het beslag:
- 100 gram boter, op kamertemperatuur
- 100 gram witte basterdsuiker
- mespuntje zout
- 100 gram eieren ( ca. 2 eieren)
- 100 gram bloem
- 5 gram bakpoeder
Verder nodig:
- 50 gram abrikozenjam
- 50 gram poedersuiker
- kaneel, om mee te bestuiven
- boter, om in te vetten
Zo bak je de caketaart bruin:
- Meng voor het deeg de boter met de basterdsuiker en het losgeklopt ei. Voeg de bloem, het zout, de baking soda, het bakpoeder en de citroenrasp toe. Kneed alles tot een soepel deeg. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal een uur in de koelkast rusten.
- Wel voor de vulling alvast de rozijnen ongeveer 15 minuten in warm water. Giet de rozijnen af en dep ze een beetje droog met keukenpapier. Zet de gewelde rozijnen opzij.
- Klop voor het cakebeslag de boter, de basterdsuiker en het zout zeer luchtig. Voeg de eieren al kloppend een voor een toe. Klop het mengsel nog enkele minuten door. Zeef de bloem en het bakpoeder en spatel dit zo luchtig mogelijk door het beslag. Zet het beslag opzij.
- Verwarm de oven voor tot 160 °C (hete lucht) en vet een taartpannetje van 18 centimeter doorsnede en 5 centimeter hoogte in met boter. Neem het deeg uit de koelkast en kneed kort door. Rol het deeg uit tot 4 millimeter dik en steek of snijd een cirkel van 20 centimeter doorsnede uit. Leg de cirkel in het taartpannetje, zodat de bodem en de zijkanten ermee bekleed zijn. Zorg ervoor dat het deeg ongeveer 1 centimeter van de bovenrand verwijderd blijft.
- Schil de anderhalve appel en verwijder de klokhuizen. Snijd 40 gram appel in kleine blokjes en meng dit met de rozijnen en de kaneel.
- Verdeel een laag cakebeslag van ongeveer 0,5 centimeter dik over de bodem van het taartje. Gebruik hiervoor eventueel een spuitzak. Verdeel de appelvulling over het cakebeslag. Vul het taartje verder af met het cakebeslag, maar blijf ongeveer 2 millimeter bij de deegrand vandaan.
- Snijd de rest van de appel in parten en leg acht parten, met de bolle kant omhoog, op het cakebeslag. Druk de parten iets aan.
- Bestuif de bovenkant van het taartje met een beetje kaneel. Bak het taartje in 50-55 minuten goudbruin en gaar. Laat het appelcaketaartje ongeveer 10 minuten afkoelen voor je het uit de vorm haalt. Laat het taartje vervolgens volledig afkoelen.
- Breng de abrikozenjam kort aan de kook en bestrijk de appelparten hiermee. Bestuif het taartje met poedersuiker.
