Een tartelette is een klein taartje gemaakt van pâte sablée (deftige term voor zandtaartdeeg) om eindeloos mee te variëren. Niet moeilijk om te maken en heerlijk om te eten. Deze tartelette met appel(moes), en vanille-amandelcrème en een flinke toef mascarpone-kaneelroom heeft 1 nadeel….veel te lekker ;).
Voor ongeveer 12 tartelettes (6 cm ∅):
Deeg:
- 120 gram bloem
- 50 gram poedersuiker
- 20 gram amandelmeel
- mespuntje zout
- 75 gram koude boter
- 1 (bio) ei
Vanille-amandelcrème:
- 50 gram amandelmeel
- ½ vanillestokje
- 50 gram boter, op kamertemperatuur
- 50 gram poedersuiker
- 1 (bio) ei
- 5 gram maïzena
Appelmoes:
- 2 appels
- 30 gram water of biologische appelsap
- 25 gram rietsuiker
- ½ vanillestokje
- kaneel, naar smaak
- 1 el citroensap
Mascarpone-kaneelroom:
- 150 ml slagroom
- 100 gram mascarpone
- 1 eetlepel witte basterdsuiker
- 1 theelepel kaneel (of iets meer naar smaak)
- Zo maak je het klaar:
Deeg:
- Doe de bloem, poedersuiker, het amandelmeel en zout in een kom.
- Breek de koud boter in stukjes en verdeel ze over de droge ingrediënten.
- Wrijf de boter en de droge ingrediënten net zolang tot er een kruimelig deeg ontstaat.
- Kluts het ei.
- Doe een eetlepel ei bij het deeg en kneed alles tot een samenhangende deegbal. Als het deeg erg plakkerig is, voeg je een beetje bloem toe; als het deeg te droog is, een paar druppels ei.
- Verpak de deegbal in plasticfolie en leg de bal een uurtje in de koelkast.
- Haal het deeg uit de koelkast en kneed kort.
- Bestuif het werkvlak en de deegroller met een beetje bloem (of gebruik een stukje plasticfolie om uit te rollen).
- Druk de deegbal plat en rol het deeg gelijkmatig uit tot ongeveer 3 mm dik.
- Steek de rondjes uit met een uitsteker (∅ 8 à 9 cm).
- Leg het deegrondje op de taartring en druk het deeg voorzichtig naar beneden en tegen de wanden van de ring aan; heb je geen bakringen kun je ook een muffinvorm gebruiken.
- Snijd het overtollige deeg netjes langs de rand weg en prik met een vork een aantal gaatjes in de bodem.
- Rol het overgebleven deeg opnieuw uit en steek weer rondjes uit tot het deeg op is.
- Zet de taartjes nog een half uurtje in de koelkast.
Vanille-amandelcrème:
- Verwarm de oven voor tot 150 °C.
- Strooi het amandelmeel op een bakplaat, rooster 10 minuten in de oven en laat het afkoelen. Let wel op dat het niet verbrand.
- Snijd het halve vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg eruit.
- Roer de boter met een pannenlikker zacht en romig.
- Voeg het vanillemerg, de poedersuiker en het amandelmeel toe en roer tot een gladde massa.
- Klop ten slotte met een garde het ei en de maïzena erdoor.
Appelmoes:
- Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in blokjes.
- Doe de blokjes appel in een pan met het water of het appelsap en de rietsuiker.
- Snijd het halve vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg eruit. Doe het merg ook in de pan, samen met de kaneel.
- Laat dit ongeveer 12 minuten koken op zacht vuur.
- Voeg het citroensap toe.
- Pureer de appelmoes met de staafmixer. Als je de moes wat grover wilt houden niet te lang pureren.
Samenstellen en afbakken:
- Verwarm de oven voor op 170 °C.
- Pak de deegbakjes uit de koelkast.
- Spuit of schep de bodem van het bakje vol met de vanille-amandelcrème en hier bovenop een laagje appelmoes.
- Leg op ieder gevuld bakje een paar losse dunnen schijfjes appel.
- Bak de tartelletes ongeveer 15-20 minuten goudbruin.
- Haal ze uit de oven en laat afkoelen.
- Ondertussen dat de tartelletes in de oven staan kun je mascarpone-kaneelroom vast maken.
Mascarpone-kaneelroom:
- Klop de mascarpone kort los met de helft van de suiker. Klop de slagroom op met de andere helft van de suiker en voeg als de slagroom lobbig wordt de kaneel en de mascarpone toe. Klop het geheel stijf en bewaar koel.
- Kort voor het serveren spuit je de bovenkant van de taartjes vol met de room.
