Je kent ze wel…de kaiserbroodjes in een verpakking van de supermarkt. Maar veel lekkerder en helemaal niet zo moeilijk is het om ze zelf vers te maken. Kaiserbroodjes zijn krokante, luchtige bolletjes. Ze hebben een vijfpuntige ster aan de bovenzijde, omdat het deeg oorspronkelijk werd gevouwen tot een bolletje. Tegenwoordig wordt de ster er met een speciaal stempel ingedrukt.
Dit heb je nodig voor 5 broodjes:
- 10 gram verse gist
- 170 ml lauwwarm water
- 2 gram suiker
- 250 gram bloem
- 4 gram zout
- 2 eetlepels olie
- 1 ei
Zo bak je ze bruin:
- Meng de gist met het lauwwarme water en de suiker. Laat dit 5 minuten staan. Ondertussen weeg je de overige ingrediënten af. Meng goed door en kneed het tot een glad en soepel deeg. Dek het deeg af met een (vochtige) theedoek en laat het 20 minuten op een warme plek (ongeveer 35 graden) rijzen.
- Sla hierna het deeg plat en verdeel het in vijf bolletjes. Laat het nogmaals 20 minuten rijzen.
- Duw de bolletjes plat. Zet je duim in het midden van het plakje en vouw een vijfde van het deeg om je duim heen en duw het vast met de zijkant van je hand. Doe dit bij alle bolletjes. Bij de laatste vouw haal je je duim uit het gaatje en stop je het overtollige deeg in het gaatje. Bestrijk ze met een beetje ei. Laat de broodjes vervolgens 15 minuten rijzen.
- Verwarm de oven voor tot 230 graden. Zet een bak met water onder in de oven. Door de stoom krijgen de broodjes een heerlijk krokante korst. Bak ze in ongeveer 12 tot 15 minuten lekker (licht) bruin.
Dit recept komt uit ” Dips”. Een van de (kook)boeken in de reeks ‘ Masterclass’ van uitgeverij Carrera Culinair. Dips is samengesteld door Ramon Brugman (TV-kok bij o.a. BinnensteBuiten op NPO 2).